ECLI:NL:RBGEL:2024:4863 - PONT Omgeving (2024)

ECLI:NL:RBGEL:2024:4863 - PONT Omgeving (1)

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem

Bestuursrecht

zaaknummer: ARN 23/4123


uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 juli 2024

in de zaak tussen


[eiser] h.o.d.n. Vadesto, uit [plaats] (eiser)

[eiseres] , uit [plaats] (eiseres)

(gemachtigde: J.B. Kaiser),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hattem, het college

(gemachtigde: mr. I.E. Nauta).

Als derde-partij neemt aan de zaak deel: gemeente Hattem.

Inleiding

Bij besluit van 11 juli 2022 heeft het college een omgevingsvergunning verleend voor de aanleg van een fietspad rondom parkeerterrein De Bleek in Hattem.

Bij besluit van 3 augustus 2022 heeft het college een verkeersbesluit genomen met betrekking tot de herinrichting van parkeerterrein De Bleek.

Bij besluit van 14 september 2022, dat is gerectificeerd op 26 september 2022, (het primaire besluit) heeft het college een verkeersbesluit genomen met betrekking tot het fietspad.

Eiser heeft tegen de omgevingsvergunning en de verkeersbesluiten bezwaarschriften ingediend.

In de beslissing op bezwaar van 31 januari 2023 heeft het college het bezwaarschrift tegen de omgevingsvergunning ongegrond verklaard.

In de beslissing op bezwaar van 31 januari 2023 heeft het college het bezwaarschrift tegen het verkeersbesluit met betrekking tot parkeerterrein De Bleek ongegrond verklaard.

In de beslissing op bezwaar van 14 maart 2023 (het bestreden besluit) heeft het college het bezwaarschrift tegen het verkeersbesluit met betrekking tot het fietspad ongegrond verklaard onder aanvulling van de motivering en belangenafweging van het besluit.

Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.

De rechtbank heeft het beroep op 18 juli 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser en de gemachtigde van eiser en namens het college: de gemachtigde van het college en [persoon A] , [persoon B] en [persoon C] .

Ingetrokken beroepen

1. Op de zitting zijn de beroepen tegen de omgevingsvergunning (23/995) en het verkeersbesluit voor de herinrichting van parkeerterrein De Bleek (23/4127) ingetrokken.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt het verkeersbesluit voor het fietspad. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eisers.

3. Het beroep van eiser is gegrond. Het beroep van eiseres is niet-ontvankelijk. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Totstandkoming van het besluit

Inleiding

4. Het college is medio 2021 gestart met de planvorming voor de inrichting van het parkeerterrein De Bleek omdat het parkeerterrein kampt met wateroverlast bij regenval, een versteende inrichting heeft en niet optimaal verkeersveilig is voor fietsers en voetgangers. Het fietsverkeer naar het Kuiperijpad gaat in de oude situatie over het parkeerterrein om vervolgens via de steeg tussen Nieuweweg 5 en 9 het hoofdfietsnetwerk te bereiken. Bij bijzondere manoeuvres zoals in- en uitparkeren en ook bij automobilisten die een parkeerplek zoeken, is het overzicht op de omgeving beperkt waardoor fietsers als kwetsbare weggebruikers risico lopen als zij over het parkeerterrein fietsen. Om de fietsvoorzieningen en de fietsverkeersveiligheid te verbeteren heeft het college het plan om het fietspad door te trekken over de dijk rondom het parkeerterrein.

5. Eiser exploiteert op het perceel [locatie 1] een bedrijf dat diverse activiteiten op het water organiseert, zoals rondvaarten en verhuur van kano’s. Op het perceel is ook een horecagelegenheid ( [naam horecagelegenheid] ) aanwezig. Dit perceel ligt aan [locatie 2] . De doortrekking van het fietspad heeft tot gevolg dat de fietsers niet meer afslaan ter hoogte van het perceel van eiser, maar rechtdoor fietsen en daardoor de toegangsweg tot zijn perceel kruisen.

Besluitvorming

6. In de vooroverlegfase is het plan besproken met betrokkenen, waaronder eiser. Naar aanleiding van de opmerkingen van eiser heeft het college aan verkeerskundig adviesbureau Bonotraffics gevraagd om in een verkeerskundig advies in te gaan op de twee door eiser voorgestelde alternatieven. In het advies van 25 april 2022 staat het volgende over de mogelijke varianten voor het fietspad:


Situatie

Over het parkeerterrein de Bleek gaat een fietsroute. De fietsroute komt vanaf de Nieuweweg, nabij de Hoenwaardsebrug richting de Bleek. De route gaat na de oversteek over het parkeerterrein verder over het pad over de dijk richting de Wiessenbergsche Kolk. Om op de dijk te komen moeten fietsers gebruik maken van een oprit, dit gedeelte is tevens de inrit naar het terrein van Vadesto .

Variant 1: Huidige situatie

In de huidige situatie komen de fietsers dus vanaf de dijk, voor de ingang van Vadesto langs, het parkeerterrein op. Op het parkeerterrein is dus sprake van zowel fiets- en autoverkeer. De route leidt fietsers over het parkeerterrein waarbij aan weerszijden sprake is van haaksparkeren. Bovendien kan de situatie mogelijk tot verwarring leiden, aangezien het fietspad lijkt te stoppen en het even zoeken is om het vervolg van de fietsroute te herkennen.

In- en uitparkeren worden beide aangemerkt als bijzondere manoeuvres. In deze situaties hebben automobilisten vaak beperkt overzicht en is vaak sprake van een enigszins risicovolle situatie. In de huidige situatie wordt dit gecombineerd met fietsers die met snelheid van de dijk afkomen, en sinds de opkomst van elektrische fietsers überhaupt steeds meer fietsers die met behoorlijke snelheid rijden. De combinatie van het in- en uitparkeren, verminderd overzicht, de snelheid en kwetsbaarheid van fietsers, maakt dat dit voor risicovolle situatie zorgt die bij voorkeur voorkomen worden.

Variant 2: Nieuwe ontwerp

De gemeente Hattem stelt in het ontwerp een nieuwe fietsroute voor. In het ontwerp vervolgt de fietsroute over de dijk, voor de entree van Vadesto langs, langs het Apeldoorns Kanaal om direct aan te sluiten op het fietspad richting de Nieuweweg. Het voordeel van deze variant is dat fietsers niet meer over het parkeerterrein hoeven te fietsen. Met oog op de veiligheid van de fietsers is dit de meest ideale situatie. Veel potentiële risico’s en conflicten worden hiermee namelijk voorkomen. Bovendien wordt de duidelijkheid en logica van de route ook duidelijker aangezien sprake is van een aaneengesloten fietsroute.

Hierbij is ook sprake van enige wijziging van de situatie voor de inrit van Vadesto . Waar fietsers in eerste instantie naar beneden reden (of andersom juist omhoog) rijden ze nu rechtdoor, voor de ingang langs. Omdat fietsers niet op die plaats een bocht hoeven te maken is het niet onwaarschijnlijk dat zij minder afremmen en dus ter plekke een hogere snelheid hebben. De situatie wijzigt als gevolg van het ontwerp niet ontzettend, echter is de mogelijk hogere snelheid wel een aandachtspunt. Anderzijds wordt de situatie door fietsers in het ontwerp op gelijke hoogte benaderd waardoor het overzicht mogelijk juist beter wordt. Het is niet ondenkbaar dat zowel bezoekers van Vadesto als recreatieve fietsers weinig aandacht hebben voor de verkeerssituatie en niet goed opletten. Aangezien zowel wandelaars als fietsers niet gehinderd worden in het gezichtsveld en gehoor, kunnen risico’s beperkt blijven door waarschuwingen. Dit kan onderling (belsignaal of stemgeluid) maar mogelijk helpt een visuele (bijvoorbeeld verkeersbord) aanduiding ook.

ECLI:NL:RBGEL:2024:4863 - PONT Omgeving (2)

Variant 3: Voorstel Vadesto

Belanghebbende heeft een nieuwe variant aangeleverd. In deze variant wordt over 15 nieuw ingetekende parkeervakken een fietsstrook aangelegd. Deze parkeervakken komen dan dus te vervallen. Met deze variant lijkt een deel van de onoverzichtelijkheid en mogelijke onveiligheid te worden opgelost. Voorkomen wordt namelijk dat fietsers langs haaksparkeerplekken moeten fietsen. Het conflict met (uit)parkerende automobilisten wordt dus grotendeels uitgesloten. Automobilisten kunnen hier echter wel nog steeds langsrijden wanneer zij bijvoorbeeld op zoek zijn naar een parkeerplek. Dit zogenoemde zoekverkeer heeft vaak minder aandacht voor de verkeerssituatie en ziet regelmatig andere verkeersdeelnemers over het hoofd.

De fietsstrook biedt fietsers wel meer duidelijkheid over het vervolg van de route dan in de huidige situatie het geval is. Dergelijke belijning brengt met zich mee dat fietsers de veronderstelling kunnen hebben dat zij voorrang hebben waardoor conflicten kunnen ontstaan met automobilisten. De parkeerplekken langs de dijk ten noorden van deze fietsstrook worden bus-parkeerplaatsen. Deze bussen zullen naar verwachting minder vaak af en aan rijden dan automobilisten dat nu doen. Toch is de bus een hoog voertuig met slecht zicht op bijvoorbeeld fietsers. Naar verwachting wordt de verkeersveiligheid met deze variant verbeterd, maar een deel van de bestaande problematiek blijft aanwezig. Daarbij komt ook dat door deze variant, een deel van de parkeerplaatsen komt te vervallen, waarbij de hoofdfunctie van het gebied een parkeerterrein is.

ECLI:NL:RBGEL:2024:4863 - PONT Omgeving (3)

Binnen deze variant is het uiteraard ook mogelijk om de fietsstrook iets anders te routeren en in plaats over de parkeerplaatsen, direct langs de bus parkeerstrook te laten lopen. Hierdoor vervallen geen parkeerplaatsen maar de risico’s als hierboven beschreven blijven in stand.

ECLI:NL:RBGEL:2024:4863 - PONT Omgeving (4)

Conclusie

Met het oog op de verkeersveiligheid lijkt de situatie voor fietsers over de dijk, zoals aangegeven in het nieuwe ontwerp, de meest optimale. Hierbij is het kruisen van fietsers voor Vadesto langs in combinatie met voetgangers die richting de ingang lopen wel een aandachtspunt. De situatie aldaar is grotendeels vergelijkbaar met hoe die in de huidige situatie is maar de snelheid van fietsers kan iets hoger komen te liggen. Het is aan te bevelen om hier een attentie verhogende maatregel te nemen.

De derde variant kan de verkeersveiligheid enigszins verbeteren ten opzichte van de huidige situatie. Echter wordt met deze situatie het risico in mindere mate uitgebannen dan het geval is in het ontwerp van de gemeente. Daarnaast gaat het ten koste van parkeerruimte, terwijl de voornaamste functie van de Bleek juist een parkeerterrein is. De situatie voor de ingang van Vadesto blijft in alle varianten grotendeels hetzelfde, waarbij in de variant van de gemeente de snelheid van fietsers mogelijk iets hoger kan liggen.”

7. Eiser heeft vervolgens aan Veilig Verkeer Nederland (VVN) gevraagd om een tegenadvies uit te brengen. In dit advies staat onder “conclusie en aanbevelingen” het volgende:

“Op grond van verkregen informatie van zowel melder, de projectleider van de gemeente Hattem, het rapport van Bonotraffics en onze bevindingen ter plaatse, stellen wij vast dat:

A Met de herinrichting van de openbare P-plaats niet alleen de capaciteit maar ook een verbetering van de verkeersveiligheid kan worden verkregen;

B De aanleg van een fietspad op het dijklichaam echter geen garantie biedt dat fietsers de gebruikelijke route over het parkeerterrein niet meer zullen gaan gebruiken; (het betreft in hoofdzaak plaatselijk bekend verkeer, de route via de parkeerplaats naar de uitgang is korter en deze route kan niet verboden worden door het nemen van een verkeersmaatregel);

C Tussen het einde en begin van het nieuwe geplande fietspad een wegvak van circa 35 meter niet als fietspad kan worden aangewezen vanwege het noodzakelijke gebruik door andere (motor)-voertuigen;

D De verkeersonveiligheid op het wegvak voor de ingang van het recreatiebedrijf voor zowel voetgangers , fietsers en lossen en laden van voertuigen zal toenemen door de in twee richtingen kruisende fietsers waarvan de snelheid door het gebruik van E-bikes steeds meer gaat toenemen.

E Wij de conclusie van Adviesbureau Bonotraffics onderschrijven dat indien het nieuwe gedeelte fietspad wel wordt gerealiseerd aanvullende (infrastructurele) maatregelen noodzakelijk zijn voor een veilige toe- en uitgang van het recreatiebedrijf;

Op grond van het vorenstaande adviseren wij

1. De herinrichting van parkeerplaats De Bleek uit te voeren volgens plan;

2 De rijrichting van touringcars op de parkeerplaats zodanig aan te duiden dat deze uitsluitend opgesteld kunnen worden met de voorzijde in de richting Hattem;

3 Langs de niet-uitstapzijde van de touringcars een strook van minimaal 3 meter breed in een opvallende kleur aan te brengen tussen de helling van de toegang Vadesto en de uitgang richting centrum Hattem (zie onderstaande foto uit het rapport van adviesbureau Bonotraffics);

ECLI:NL:RBGEL:2024:4863 - PONT Omgeving (5)

4 Deze strook indien mogelijk door te zetten tot de aansluiting nabij de verkeerslichten;

5 Voorlopig niet over te gaan tot de aanleg van een fietsvoorziening op het dijklichaam maar eerst in de praktijk de gewijzigde situatie op de parkeerplaats te beoordelen.”

Verkeersbesluit

8. Het college heeft in het verkeersbesluit besloten om door middel van het plaatsen van verkeersbord G11 en G12 van bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 een verplicht fietspad aan te wijzen op het nieuw aan te leggen verlengde fietspad Kuiperijpad over de dijk tot en met de fietspad Nieuweweg – De Bleek (steeg tussen Nieuwesteeg 5 en 9), een en ander overeenkomstig deze situatietekening:

ECLI:NL:RBGEL:2024:4863 - PONT Omgeving (6)

In het besluit staat dat beide adviezen meegenomen zijn in de afweging. Volgens het college voorkomt het fietspad over de dijk de meeste conflicten tussen weggebruikers, wat zowel door Bonotraffics als VVN wordt onderschreven. Ter hoogte van de toegang tot het bedrijf wordt met attentie-verhogende maatregelen meer aandacht en een snelheidsverlaging van fietsers gevraagd. Voor deze maatregelen is het volgens het college echter niet nodig een verkeersbesluit te nemen.

Het college heeft in de beslissing op bezwaar verder overwogen dat met het realiseren van het fietspad de verkeersveiligheid wordt verbeterd waarmee het algemeen belang wordt gediend. In het voorbereidingsproces is er veelvuldig contact geweest met het Waterschap, de eigenaar van het perceel. Uit dat contact is geen informatie naar voren gekomen dat de opstalovereenkomst of een gebruiksovereenkomst aan het realiseren van het fietspad in de weg staat.

Op de situeringstekening is het hekwerk rondom het terrein van eiser enigszins in de richting van het te realiseren fietspad geplaatst. De tekening is onderdeel geweest van het onderzoek waarbij is gekeken naar mogelijkheden waarbij de aanleg van het fietspad en het fietsparkeren ten behoeve van Vadesto gecombineerd konden worden. Het voorstel was om bij verplaatsing van het hekwerk meer ruimte beschikbaar te stellen op het terrein van bezwaarde om zodoende te voorzien in stallingsruimte. Dit onderzoek heeft niet geresulteerd in overeenstemming met eiser. Het verplaatsen van het hekwerk is dan ook niet aan de orde en de aanduiding voor het verplaatsen van het hekwerk had niet op de definitieve tekening moeten blijven staan. Bij de beslissing op bezwaar is door het college een nieuwe versie van de tekening bijgevoegd.

Voor wat betreft de doorgang naar het benedenterrein heeft het college aangegeven dat de uitrit naar het benedenterrein niet ligt binnen het gedeelte dat is aangewezen als fietspad. De toegankelijkheid van deze inrit wijzigt daarom niet. De inrit tot het benedenterrein valt binnen het wegvak waarvoor aanvullende attentieverhogende maatregelen (bebording, markering) worden genomen.

Over de breedte van het fietspad is in het besluit overwogen dat het fietspad dezelfde breedte krijgt als het bestaande Kuiperijpad.

9. Eiseres heeft een recht van opstal op (een deel van) het perceel van eiser. Zij heeft geen bezwaarschrift ingediend tegen het verkeersbesluit. In artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht staat dat iemand pas beroep bij de bestuursrechter in kan stellen als diegene eerst bezwaar heeft gemaakt tegen het besluit. Omdat eiseres geen bezwaar heeft gemaakt, kan zij ook geen beroep instellen.

Het beroep van eiseres is daarom niet-ontvankelijk.

Verkeersveiligheid

10. Eiser betoogt dat het fietspad te smal is. Volgens eiser is het fietspad in vergelijking met de huidige situatie, waarin over het parkeerterrein wordt gefietst, ook een stuk onveiliger omdat de fietsers de uitweg van en naar zijn perceel zullen kruisen, waardoor de kans op ongelukken toeneemt. Bovendien wordt het deel van de oprit waarvan de fietsers gebruik maken geregeld geblokkeerd. Dat is bijvoorbeeld het geval als bezoekers in of uit een rolstoeltaxi worden geholpen of als er bevoorradingsverkeer voor Vadesto is.

Wettelijk kader

Artikel 2 van de Wegenverkeerswet luidt als volgt:

“1 De krachtens deze wet vastgestelde regels kunnen strekken tot:

a. het verzekeren van de veiligheid op de weg;

b. het beschermen van weggebruikers en passagiers;

c. het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

d. het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer.

2. De krachtens deze wet vastgestelde regels kunnen voorts strekken tot:

a. het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer;

b. het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden.

(…).”

Toetsingskader

11. Het college heeft beoordelingsruimte bij de beantwoording van de vraag wat nodig is ter bescherming van de verkeersbelangen genoemd in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wvw 1994. Het college moet dit naar behoren motiveren. Afhankelijk van de beroepsgronden gaat de bestuursrechter in op de vraag of de manier waarop het college van zijn beoordelingsruimte gebruik heeft gemaakt in overeenstemming is met het recht. Daarbij moet de bestuursrechter nagaan of het college redelijkerwijs de beoordelingsruimte op die manier heeft kunnen invullen.

12. Nadat het college heeft vastgesteld wat naar zijn oordeel nodig is gelet op de betrokken verkeersbelangen, moet het de uitkomst van die beoordeling afwegen tegen de voor een of meer belanghebbenden nadelige gevolgen van het verkeersbesluit. Bij die afweging heeft het bestuursorgaan beleidsruimte. De bestuursrechter gaat niet na of hij in het concrete geval tot hetzelfde besluit zou zijn gekomen. De bestuursrechter beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of de (uitkomst van de) belangenafweging die ten grondslag ligt aan het besluit onevenredig is in verhouding tot de met dat besluit te dienen doelen (artikel 3:4, tweede lid, van de Awb).

13. Voor de motivering van een verkeersbesluit mag het college op het advies van een deskundige afgaan, nadat het is nagegaan of dit advies op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen, de redenering daarin begrijpelijk is en de getrokken conclusies daarop aansluiten. Deze verplichting is neergelegd in artikel 3:9 van de Awb voor de wettelijke adviseur en volgt uit artikel 3:2 van de Awb voor andere adviseurs. Als een partij concrete aanknopingspunten voor twijfel aan de zorgvuldigheid van de totstandkoming van het advies, de begrijpelijkheid van de in het advies gevolgde redenering of het aansluiten van de conclusies daarop naar voren heeft gebracht, mag het college niet zonder nadere motivering op het advies afgaan.n

Zie de uitspraak van de Afdeling van 20 september 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:3543).

Oordeel rechtbank

14. Het college heeft met het deskundigenrapport de voor- en nadelen van het nieuwe fietspad in kaart gebracht. In dit rapport is ook ingegaan op de alternatieven die door eiser zijn aangedragen. Uit zowel het rapport van Bonotraffics als het rapport van VVN blijkt dat dat fietsverkeer over de parkeerplaats tot gevaarlijke situaties kan leiden, vanwege auto’s en bussen die aan het inparkeren zijn of die aan het zoeken zijn naar een parkeerplaats. Op dit punt is de nieuwe situatie beter dan het door eiser voorgestelde alternatief over de parkeerplaats, omdat conflicten met andere weggebruikers op de parkeerplaats worden voorkomen. Ook in het rapport van VVN wordt aangegeven zij de plannen voor de herinrichting van de parkeerplaats onderschrijft, zowel qua vergroting van de capaciteit als in het belang van de verkeersveiligheid.

Uit beide onderzoeken blijkt ook dat de verkeersveiligheid bij de toegang van het perceel van eiser wel een aandachtspunt betreft. Uit de verkeersonderzoeken blijkt echter niet – zoals eiser stelt – dat de verkeersveiligheid ter hoogte van zijn perceel zodanig vermindert, dat dit niet opweegt tegen de voordelen van het fietspad rondom het parkeerterrein. Bovendien heeft het college aangegeven dat ter hoogte van het perceel van eiser, waar het fietspad deels wordt onderbroken, maatregelen zullen worden getroffen om fietsers te wijzen op de situatie.

In wat eiser heeft aangevoerd ziet de rechtbank daarom geen aanleiding voor het oordeel dat er onvoldoende onderzoek naar alternatieven heeft plaatsgevonden en evenmin dat het college de voor- en nadelen van de varianten voor het beoogde fietspad onvoldoende heeft afgewogen. Het college heeft zich onder verwijzing naar het deskundigenrapport en met de hiervoor opgenomen motivering redelijkerwijs op het standpunt kunnen stellen dat de verkeersveiligheid is gediend met het verkeersbesluit.

De beroepsgrond slaagt in zoverre niet. Dit betekent dat is voldaan aan het toetsingskader zoals dat hiervoor is opgenomen onder 11. De rechtbank zal hierna beoordelen of ook is voldaan aan het vervolg van het toetsingskader zoals dat hiervoor is opgenomen onder 12.

15. Uit dit tweede deel van het toetsingskader volgt dat het college de uitkomst van de beoordeling van de verkeersbelangen moet afwegen tegen de nadelige gevolgen van het verkeersbesluit voor belanghebbenden, de zogenaamde toetsing aan het evenredigheidsbeginsel.

Vast staat dat de nieuwe situatie nadelige gevolgen heeft voor eiser. Zo zal er ter hoogte van zijn inrit sprake zijn van kruisend fietsverkeer in plaats van afslaand fietsverkeer. Daarnaast worden op een deel van de dijk waarop het traject voor het fietspad is voorzien op dit moment ook fietsen gestald door bezoekers van zijn bedrijf. Door de aanleg van het fietspad komt deze stallingsmogelijkheid te vervallen.

16. Voor wat betreft de privaatrechtelijke situatie overweegt de rechtbank dat op de zitting niet duidelijk is geworden hoe het precies zit met betrekking tot de omvang van het opstalrecht en de gebruikersovereenkomst. De privaatrechtelijke verhoudingen zijn echter ook niet van doorslaggevend belang, omdat wel vast staat dat op de dijk fietsenstalling ten behoeve van het bedrijf van eiser plaatsvindt en dat deze stallingsmogelijkheid door de aanleg van het fietspad deels verdwijnt. Het is ook niet gebleken dat het Waterschap als eigenaar van de gronden optreedt tegen de fietsenstalling.

Het verdwijnen van de fietsenstalling vormt naar het oordeel van de rechtbank daarom een belang dat in de overweging van het college moet worden betrokken bij het afwegen van de bij het verkeersbesluit betrokken belangen. De omstandigheid dat over de verplaatsing van de stallingsruimte geen overeenstemming is bereikt met eiser betekent ook niet dat dit nadelige gevolg niet hoeft te worden meegewogen.

Uit het verkeersbesluit blijkt naar het oordeel van de rechtbank niet dat het college dit nadelige gevolg voor eiser heeft betrokken in zijn belangenafweging. Het verkeersbesluit is daarom op dit punt in strijd met het motiveringsbeginsel.

De beroepsgrond slaagt.

Breedte fietspad

17. Het college heeft voor de aan te houden breedte van het fietspad de richtlijn “ontwerpwijzer fietsverkeer” van het kennisplatform CROW gehanteerd. In deze richtlijn staat over de breedte van solitaire fietspaden het volgende:

ECLI:NL:RBGEL:2024:4863 - PONT Omgeving (7)

De rechtbank stelt vast dat uit de richtlijn volgt dat het fietspad minimaal 2,5 meter breed moet zijn, en dus niet minimaal 1,5 meter zoals in het verkeersbesluit staat. Anders dan het college in het verkeersbesluit heeft overwogen voldoet het 2 meter brede fietspad dus niet aan de richtlijn, zodat het besluit op dit punt in strijd is met het motiveringsbeginsel.

Evidente privaatrechtelijke belemmering

18. Voor zover eiser met zijn verwijzing naar de privaatrechtelijke situatie heeft beoogd te betogen dat er sprake is van een evidente privaatrechtelijke belemmering overweegt de rechtbank dat slechts als een privaatrechtelijke belemmering evident is, deze in bestuursrechtelijke zin een belemmering vormt voor het verkeersbesluit.

Naar het oordeel van de rechtbank is in dit geval echter geen sprake van een evidente privaatrechtelijke belemmering. Uit het opstalrecht kan namelijk niet evident worden afgeleid dat zij inhoudt dat sprake is van een exclusief gebruiksrecht ten behoeve van eiser dat in de weg staat aan de realisatie van het fietspad. In dit geval staat bovendien vast dat de eigenaar van de gronden (het Waterschap) geen bezwaar heeft tegen de aanleg van het fietspad.

De beroepsgrond slaagt niet.

Conclusie en gevolgen

19. Het beroep van eiseres is niet-ontvankelijk.

Het beroep van eiser is gegrond vanwege een motiveringsgebrek met betrekking tot de belangenafweging en de breedte van het fietspad. Het bestreden besluit dient te worden vernietigd.

De rechtbank ziet geen aanleiding om een bestuurlijke lus toe te passen. De reden daarvoor is dat het college een nieuwe belangenafweging moet maken waarin het verdwijnen van de fietsenstalling wordt betrokken. De rechtbank geeft partijen mee dat het de voorkeur heeft om eerst met elkaar in overleg treden om samen te komen tot een oplossing voor de fietsenstalling. Uiteindelijk is het namelijk in het belang van zowel eiser als de gemeente dat geen overlast door geparkeerde fietsen ontstaat.

Voor wat betreft de breedte van het fietspad zal het college in het nieuwe besluit eerst het verwachte aantal fietsers moeten bepalen, aangezien de breedte van het fietspad afhangt van het aantal fietsers. Het college heeft op de zitting terecht aangegeven dat het mogelijk is om van de richtlijnen van het CROW voor de breedte van een fietspad af te wijken. Het zijn namelijk geen wettelijke normen maar richtlijnen. Het college zal als hij af wil wijken van de richtlijn echter wel moeten motiveren waarom in dit specifieke geval wordt afgeweken van de in de richtlijn voorgeschreven breedte. In het verkeersbesluit is dit niet gedaan, omdat het college in de veronderstelling was dat de breedte voldeed aan de CROWrichtlijn.

Gelet op het voorgaande is het toepassen van een bestuurlijke lus niet efficiënt of doelmatig. Dit betekent dat het college opnieuw moet beslissen op het bezwaarschift.

Proceskosten en griffierecht

20. Omdat het beroep gegrond is moet het college het griffierecht aan eiser vergoeden en krijgt eiser ook een vergoeding van zijn proceskosten. Het college moet deze vergoeding betalen. De vergoeding is met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. Voor de reiskosten van eiser bedraagt de vergoeding € 44,80. Voor de verletkosten van eiser bedraagt de vergoeding € 24 (3 uur x € 8). De rechtbank stelt de verletkosten op het laagste uurtarief vast omdat de verletkosten niet nader zijn onderbouwd.

De rechtbank kent geen proceskosten toe voor de werkzaamheden van de gemachtigde. Alleen door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand komt op grond van artikel 1, onder a, van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor vergoeding in aanmerking. In de rechtspraak is bepaald dat de werkzaamheden vast onderdeel dienen te zijn van een duurzame, op het vergaren van inkomen gerichte taakuitoefening.n

Zie onder meer de uitspraak van de Afdeling van 18 september 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:3161).

Daarvan is bij de gemachtigde van eiser geen sprake. De gemachtigde heeft op de zitting ook aangegeven slechts een belangenbehartiger te zijn.

Omdat het beroep gegrond is moet het college daarnaast het griffierecht aan eisers vergoeden.

Beslissing

De rechtbank:

  • verklaart het beroep van eiseres niet-ontvankelijk;

  • verklaart het beroep van eiser gegrond;

  • vernietigt het bestreden besluit;

  • bepaalt dat het college het griffierecht van € 184 aan eiser moet vergoeden;

  • veroordeelt het college tot betaling van € 68,80 aan proceskosten aan eiser.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Duifhuizen, rechter, in aanwezigheid van mr. E. Mengerink, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 29 juli 2024

griffier

rechter

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

ECLI:NL:RBGEL:2024:4863 - PONT Omgeving (2024)
Top Articles
Skip The Games Baton Rouge
‘Electric Child’ Director Simon Jaquemet Talks AI, New Series and Adaptation of ‘The Lifecycle of Software Objects’ (EXCLUSIVE)
Spasa Parish
Rentals for rent in Maastricht
159R Bus Schedule Pdf
Sallisaw Bin Store
Black Adam Showtimes Near Maya Cinemas Delano
Espn Transfer Portal Basketball
Pollen Levels Richmond
11 Best Sites Like The Chive For Funny Pictures and Memes
Things to do in Wichita Falls on weekends 12-15 September
Craigslist Pets Huntsville Alabama
Paulette Goddard | American Actress, Modern Times, Charlie Chaplin
Red Dead Redemption 2 Legendary Fish Locations Guide (“A Fisher of Fish”)
What's the Difference Between Halal and Haram Meat & Food?
R/Skinwalker
Rugged Gentleman Barber Shop Martinsburg Wv
Jennifer Lenzini Leaving Ktiv
Justified - Streams, Episodenguide und News zur Serie
Epay. Medstarhealth.org
Olde Kegg Bar & Grill Portage Menu
Cubilabras
Half Inning In Which The Home Team Bats Crossword
Amazing Lash Bay Colony
Juego Friv Poki
Dirt Devil Ud70181 Parts Diagram
Truist Bank Open Saturday
Water Leaks in Your Car When It Rains? Common Causes & Fixes
What’s Closing at Disney World? A Complete Guide
New from Simply So Good - Cherry Apricot Slab Pie
Drys Pharmacy
modelo julia - PLAYBOARD
Poker News Views Gossip
Abby's Caribbean Cafe
Joanna Gaines Reveals Who Bought the 'Fixer Upper' Lake House and Her Favorite Features of the Milestone Project
Tri-State Dog Racing Results
Navy Qrs Supervisor Answers
Trade Chart Dave Richard
Lincoln Financial Field Section 110
Free Stuff Craigslist Roanoke Va
Wi Dept Of Regulation & Licensing
Pick N Pull Near Me [Locator Map + Guide + FAQ]
Crystal Westbrooks Nipple
Ice Hockey Dboard
Über 60 Prozent Rabatt auf E-Bikes: Aldi reduziert sämtliche Pedelecs stark im Preis - nur noch für kurze Zeit
Wie blocke ich einen Bot aus Boardman/USA - sellerforum.de
Infinity Pool Showtimes Near Maya Cinemas Bakersfield
Dermpathdiagnostics Com Pay Invoice
How To Use Price Chopper Points At Quiktrip
Maria Butina Bikini
Busted Newspaper Zapata Tx
Latest Posts
Article information

Author: Margart Wisoky

Last Updated:

Views: 6323

Rating: 4.8 / 5 (58 voted)

Reviews: 81% of readers found this page helpful

Author information

Name: Margart Wisoky

Birthday: 1993-05-13

Address: 2113 Abernathy Knoll, New Tamerafurt, CT 66893-2169

Phone: +25815234346805

Job: Central Developer

Hobby: Machining, Pottery, Rafting, Cosplaying, Jogging, Taekwondo, Scouting

Introduction: My name is Margart Wisoky, I am a gorgeous, shiny, successful, beautiful, adventurous, excited, pleasant person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.